Materialen en technieken

De veelzijdigheid van glas blijkt wel uit de mogelijke bewerkingstechnieken:

  • Glas-in-lood
    Glas-in-lood is in feite kwetsbaar, maar kan beschermd worden door blank, gehard glas en heeft een bijzondere uitstraling. Het kan ook in combinatie met folie-technieken worden toegepast (in de volksmond vaak Tiffany-techniek genoemd).
  • Brandschilderen
    Bij het brandschilderen van glasplaten of glas-in-lood is eveneens bescherming nodig, omdat ook duurzaam ingebrande glasschilderverf door weersinvloeden gaat verbleken. Gehard glas of verlijming kan de schilderingen voldoende beschermen.
  • Zeefdruk
    De foto van een overledene of andere afbeelding kan middels zeefdruk en brandschilderverf op het object worden ingebrand, maar vereist een ondoorzichtige achtergrond, omdat het anders haast onzichtbaar is.
  • Appliqué
    Applicaties zijn zeer bijzonder, omdat de loodlijnen niet nodig zijn en een vloeiend verloop van kleuren mogelijk is. Tegenwoordig zijn er speciale lijmen die uv-lichtbestendig zijn, dus niet vergelen, en ook tegen weersomstandigheden kunnen.
  • Graveren
    Het graveren is op blank, kleurloos glas haast onzichtbaar, maar kan wel een aanvulling zijn als fijne tekenlijnen in schetsachtig werk.
  • Etsen
    Heel exclusief en tijdrovend is het etsen van dubbel- of drievoudig in kleuren mondgeblazen antiekglas, waaruit bijvoorbeeld een portret of voorstelling uitgeëtst en gegraveerd kan worden.
  • Zandstralen
    Teksten zijn zeer geschikt om te zandstralen, want normaal dienen letters strak en leesbaar te zijn. Zij worden met een computer gestuurde snijplotter uit folie gesneden en aan de onder- of binnenkant van blank gehard glas aangebracht. Daardoor is er minder of geen vervuiling door algen. Maar ook afbeeldingen en tekeningen zijn op die manier uit te werken door bijvoorbeeld meerdere vormen van diepstralen.
  • Mozaïek
    Al vanaf de oudheid word mozaïek gemaakt voor vloeren en wanden en is - ingebed in beton - van kiezelstenen, natuursteen, halfedelsteen of glas. Steentjes kunnen ook op plastische vormen worden aangebracht. Het is een tijdrovend werk, maar is zeer houdbaar en kan zelfs een stralend effect hebben.
  • Fusen
    De mogelijkheid van het in de oven versmelten van meerdere glasstukken is wel aantrekkelijk, omdat het wat sterker en robuuster lijkt. Helaas zien de vaak dikke, grote platen er vaak lomp en fantasieloos uit, en de achterkant lijkt wat rommelig en ondoorzichtig. Maar op de juiste manier verwerkt kan gefused glas een heel eigen en speciale uitstraling hebben. Zo'n zware plaat moet dan goed gevat zijn in steen of staal.
  • Casten
    Bij het casten kunnen kleinere vormen van gegoten glas worden gemaakt, die als onderdeel van een groter object toegevoegd kunnen worden.
  • Slumpen
    Ook slumpen kan een eigen vormentaal betekenen in een object. Daarbij word vlakglas in de oven in een holle vorm gesmolten. Er kunnen reliëfachtige effecten worden bereikt.
  • Stapelen
    Dikglas  en dall-glas kan net als ander vlak glas worden gestapeld en verlijmd (geboord, geslepen, gekapt) en tussen natuursteen of staal worden bevestigd. Op deze manier ontstaat plastisch werk, waardoor de snijkanten een heel eigen spel van licht en kleur geven.